Mijn zoon houdt wel van een gokje met geld. Logisch toch? Hij is een jongen.

Zoonlief speelt met crypto, volgt koersen, koopt lootboxes of droomt over beleggen. Hij houdt wel van een gokje. Logisch toch? Hij is een jongen. En jongens nemen nou eenmaal meer risico's dan meisjes… toch?
Niet helemaal, zegt neurowetenschapper Barbara Braams. ‘We denken dat jongens meer risico nemen, maar uit onderzoek blijkt dat de neiging tot risicogedrag bij jongens en meisjes ongeveer gelijk is. Alleen de manier waarop dat gedrag zich uit, verschilt.’ Goed om te weten is dat crypto en beleggen onder de 18 eigenlijk ook gewoon niet mag.
Zichtbaar versus onzichtbaar
Barbara Braams promoveerde op risicogedrag in de adolescentie. Uit haar onderzoek blijkt dat jongens en meisjes vaak voor andere soorten risico’s kiezen. ‘Jongens nemen vaker fysieke risico’s: hard rijden, vechten, gevaarlijke stunts. Meisjes nemen juist vaker sociale of relationele risico’s, zoals roddelen of seksueel risicogedrag. Alleen zijn die laatste veel minder zichtbaar voor ouders of leerkrachten.’
De misvatting ontstaat dus vooral door wat we te zien krijgen. ‘We denken: jongens zijn roekelozer. Maar dat komt vooral omdat hun gedrag opvallender is. De drang om risico te nemen is biologisch gezien niet wezenlijk anders.’
Hoe zit het dan met geld?
Bij geldgedrag zie je iets soortgelijks. Jongens kopen misschien eerder een lootbox in een game of volgen hun vader in de wereld van crypto en beleggen. Meisjes geven hun geld misschien sneller uit aan kleding, make-up of uitjes met vriendinnen. Maar dat betekent niet dat jongens meer risico nemen met geld, alleen dat het zich anders uit.
‘Ik verwacht op basis van de breinontwikkeling geen enorme verschillen tussen jongens en meisjes als het gaat om financiële risico’s,’ zegt Braams. ‘Misschien verschillen de vormen, maar de onderliggende neiging is vergelijkbaar.’
Waarom risico nemen aantrekkelijk is
Risicogedrag in de puberteit is geen toeval. ‘Het heeft ook een functie,’ vertelt Braams. ‘Jongeren gebruiken risico’s om grenzen te verkennen, zich los te maken van hun ouders en een eigen identiteit te vormen.’
Dat maakt risico nemen niet automatisch negatief. Zolang het binnen redelijke grenzen blijft, hoort het bij gezond opgroeien. Toch kan het gedrag heftiger lijken als het met geld te maken heeft.
Zeker wanneer jongens hun geld ‘weggooien’ aan iets waarvan jij als ouder denkt: dat is toch zonde?
Barbara Braams (neurowetenschapper)
Wat kun je als ouder doen?
Voor ouders is het verleidelijk om risico's te willen verbieden. Maar dat werkt vaak averechts. ‘Je kunt beter het gesprek aangaan,’ adviseert Braams. ‘Vraag: wat spreekt je aan? Wat denk je dat je wint? Wat zou je kunnen verliezen?’
Ook helpt het om grenzen af te spreken. Bijvoorbeeld: een vast deel van het zakgeld mag worden besteed aan lootboxes, coins of beleggingen, maar niet alles. Zo krijgt je kind ruimte om te experimenteren, zonder dat het uit de hand loopt.
Niet zo rationeel als we denken
En maak je vooral niet te druk als je zoon zich soms irrationeel gedraagt. ‘Mensen nemen hele rare economische beslissingen,’ zegt Braams. ‘Dat geldt niet alleen voor jongeren, maar ook voor volwassenen. Websites spelen slim in op ons gevoel van schaarste en verlies, en dat werkt. We zijn allang geen rationele homo economicus meer.’
Zelfs als jongeren weten dat een aankoop niet slim is, kunnen ze de verleiding soms moeilijk weerstaan.
Barbara Braams (neurowetenschapper)
‘Kennis is belangrijk, maar niet genoeg,’ zegt Braams. ‘Je houding tegenover geld, en hoe je daarmee omgaat in de praktijk, is minstens zo belangrijk. En die houding ontwikkel je door ervaring. Door fouten te maken en daar iets van te leren.’





