Alle inzichten

‘Iedereen heeft die sneakers!’ Wat zit er achter dat meeloopgedrag?

article_Iedereen heeft die sneakers_h_dt.png

Dure sneakers, een jas van Canada Goose, of een nieuwe telefoon ‘omdat iedereen die heeft’. Ouders herkennen het vaak meteen: het puberbrein dat zich aanpast aan de groep. Maar wat gebeurt er eigenlijk onder de motorkap? Waarom is erbij horen zo belangrijk, dat jongeren daar soms hun spaargeld (of geld van hun ouders) voor inzetten?

‘Hoe anderen over ons denken, wordt tijdens de adolescentie steeds belangrijker,’ schrijft neurowetenschapper Barbara Braams in haar boek Het riskante brein. Jongeren denken zelfs dat anderen veel meer aandacht aan ze besteden dan echt zo is, een effect dat imaginary audience wordt genoemd (letterlijk: ‘ingebeeld publiek’).

Sociale status is erg belangrijk

‘De meeste mensen voelen zich beschaamd als ze koffie over zich heen hebben gekregen en de rest van de dag met een grote vlek rondlopen. Adolescenten ervaren dit door het ingebeelde publiek als nog veel erger,’ zegt Braams.

Volgens Braams is erbij willen horen geen onschuldige bijzaak, maar een fundamentele drijfveer in de adolescentie. ‘Het is eigenlijk belangrijker dan wat dan ook,’ zegt ze. ‘Sociale status is erg belangrijk voor jongeren. Dus als dure kleding of risicovol gedrag status oplevert, dan is de kans groot dat jongeren daarin meegaan.’

Meer risico’s in groepsverband

Dat status ertoe doet, blijkt ook uit gedragsexperimenten. Jongeren nemen meer risico als ze met vrienden zijn. Ze steken bijvoorbeeld eerder de straat over bij een rood stoplicht als hun leeftijdsgenoten dit ook doen.

En dat vertaalt zich naar de praktijk: de meeste auto-ongelukken gebeuren als jongeren met anderen in de auto zitten, een misdrijf plegen ze vaak samen, en je komt zelden een puber tegen die in zijn eentje te veel heeft zitten drinken.

Ook gevoelig voor sociale invloed

‘We zien dat jongeren niet alleen impulsiever zijn door hun hersenontwikkeling, maar ook gevoeliger voor sociale invloed,’ zegt Braams. ‘Een vriend erbij activeert het beloningssysteem.’

Jongeren nemen juist minder risico als er een ouder meekijkt.

Barbara Braams (neurowetenschapper)

Het maakt daarbij niet uit of het de moeder of vader is, benadrukt Braams. ‘Het gaat om een belangrijke volwassene, een ouderfiguur die betrokken is. In onderzoeken kan het ook een expert zijn. De invloed van een volwassene is groter dan je misschien denkt.’

Meelopen is niet alleen negatief

Op het eerste gezicht lijkt meeloopgedrag vooral een risico: jongeren die elkaar aansteken in dure aankopen, schulden maken, of elkaar aanzetten tot roekeloos gedrag. Maar Braams benadrukt dat conformeren ook positieve kanten heeft. ‘Je leert van elkaar. Je spiegelt je aan de groep, en ontdekt daardoor wie je bent en wat je belangrijk vindt. Als de groepsnorm positief is – bijvoorbeeld hoge cijfers halen, of vrijwilligerswerk doen – dan kan die sociale druk juist heel constructief uitpakken.’

En het mooie is: soms heb je maar 1 persoon nodig om een groep mee te krijgen. ‘In sommige klassen kan 1 populaire leerling al genoeg zijn om de groepsnorm te kantelen,’ zegt Braams. ‘Het ligt aan de statusverdeling in een groep. In homogene groepen werkt dat anders dan in groepen met duidelijke leiders. Maar één iemand kan al een verschil maken.’

Waarom de een wel meegaat, en de ander niet

Niet elke jongere is even gevoelig voor groepsdruk. De een volgt moeiteloos, de ander blijft eigenzinnig. Waar zit dat in? Volgens Braams is het vooral een kwestie van persoonlijkheid. ‘Sommige jongeren zijn van nature gevoeliger voor peer pressure – sociale druk. Dat heeft niet zozeer met opvoeding te maken, maar met hoe je in elkaar zit. Je kunt dit ook niet echt trainen. De een is simpelweg meer een loner, de ander juist heel sociaal ingesteld. Die verschillen zie je ook bij volwassenen.’

Wat kun je doen als ouder?

Sociale druk hoort bij de puberteit. Maar dat betekent niet dat je als ouder machteloos aan de zijlijn staat. ‘Je kunt met je kind in gesprek gaan,’ zegt Braams. ‘Waarom wil je die sneakers zo graag? Wat betekent dat voor je? Waar draait het om: het product, of wat het je oplevert in de groep?’

Het werkt goed om dat gesprek open te voeren, zonder oordeel. ‘Je kunt sociale druk niet zomaar wegnemen. Die groep is nu belangrijker dan jouw mening als ouder. Maar door vragen te stellen, kun je je kind helpen om zelf inzicht te krijgen in wat er speelt. Ze gaan zelf nadenken, en dat is eigenlijk wat je als ouder wilt bereiken.’

Leestijd0 minutenU heeft 0% procent van het artikel gelezen