Geld stinkt niet (maar is wel vies)
De uitdrukking ‘geld stinkt niet’ komt uit de Romeinse tijd. Keizer Vespasianus voerde rond 69 na Christus belasting in op… urine. In die tijd vingen mensen hun plas op om hun huis mee schoon te maken en de was te doen. De plas uit openbare toiletten werd verkocht aan wasserijen.
De zoon van de keizer vond deze ‘plasbelasting’ maar vies, waarop zijn vader hem een munt onder de neus hield: ‘Stinkt dit?’ ‘Nee,’ antwoordde de zoon. ‘Zie je wel,’ zei de keizer, ‘het maakt niet uit waar geld vandaan komt.’ Sindsdien zeggen we: geld stinkt niet. Al zijn biljetten en munten natuurlijk wel een bron van bacteriën. (Het te gekke geldboek, Arwen Kleyngeld)
Het geld groeit me niet op de rug
Als ouder heb je deze vast wel eens geroepen: ‘Het geld groeit me niet op de rug!’ of ‘Er staat hier geen geldboom in de tuin!’ De uitdrukkingen betekenen: geld komt niet vanzelf. Dat is letterlijk waar, en daarom ook een fijne reminder aan kinderen dat geld verdiend moet worden. Er bestaat wel een
plant die ‘geldboom’ wordt genoemd, met bladeren die op handen lijken die geld vangen. Echte biljetten groeien er helaas niet aan, maar hij staat wél leuk op je kamer. En volgens de Chinese Feng Schuileer brengt hij ook nog eens geluk. (Het te gekke geldboek, Arwen Kleyngeld)
Voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten
Dit betekent: veel willen krijgen of verwachten, terwijl je er heel weinig voor wilt betalen. Vroeger, in theaters of bioscopen, betaalde je voor de beste plaatsen (‘de eerste rang’) meer dan voor een gewone stoel. Wie daar toch voor een dubbeltje wilde zitten (wat heel goedkoop was), werd dus een beetje gierig of onrealistisch gevonden.(Instituut voor de Nederlandse Taal,
www.ivdnt.org)
Stinkend rijk
Het is niet helemaal duidelijk waar deze uitdrukking vandaan komt. Een populaire verklaring is dat rijke mensen vroeger in de kerk begraven werden, en dus tijdens de diensten lekker lagen te ‘stinken’. Het kan ook verwijzen naar parfum, iets wat vroeger alleen mensen met veel geld konden betalen. Maar het meest waarschijnlijk is dat ‘stinkend’ gewoon werd gebruikt als bijvoeglijk naamwoord met een versterkend effect (‘heel erg’). De schrijver Justus van Effen schreef in 1734 bijvoorbeeld ook dat iemand ‘stinkend veul’ van een vrouw hield. (
www.onzetaal.nl) (www.historiek.net)
Met geld smijten
Deze uitdrukking betekent: veel geld uitgeven, vaak op een overbodige of opschepperige manier. Bijvoorbeeld aan
gouden wc-papier (bestaat echt, van 22-karaats goud, kost een miljoentje maar dan krijg je er wel een gratis fles champagne bij) of
een miniatuur Lamborghini van 7,5 miljoen euro. Ja, je leest het goed: voor dat bedrag koop je ook een flatgebouw. (Het te gekke geldboek, Arwen Kleyngeld)
Een appeltje voor de dorst, en meer met appels
‘Een appeltje voor de dorst’ betekent dat je wat geld opzijlegt voor als het even tegenzit. Die uitdrukking komt van vroeger, toen mensen in de zomer echte appels bewaarden voor de winter, als er weinig vers fruit was. Ook ‘voor een appel en een ei’ iets kopen verwijst naar die tijd: mensen die weinig geld hadden, konden soms nog iets ruilen met wat kippen en een appelboom op het erf. En dan is er nog ‘eieren voor je geld kiezen’. Dat betekent dat je genoegen neemt met minder dan je hoopte. Ook die uitdrukking stamt uit een tijd waarin appels en eieren letterlijk werden ingezet als ruilmiddel. (www.ensie.nl)
Een rib uit je lijf
Iets wat veel te duur is noemen we al snel ‘een rib uit je lijf’. Het spoor van die uitdrukking leidt helemaal terug naar de Bijbel. In het boek Genesis staat dat God een rib uit het lichaam van Adam haalde om daar Eva van te maken. Au. Dat zal behoorlijk pijnlijk zijn geweest. Later werd die pijnlijke rib een beeld voor iets anders: de financiële ‘pijn’ van een grote uitgave. (
www.onzetaal.nl)